Veganisten, let op! Met veroordelen en bekeren red je geen dieren - NRC

2022-10-09 20:47:50 By : Mr. Michael Ma

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Zacht activisme Niet iedereen wordt veganist na het zien van horrorfilmpjes uit het slachthuis. In een boek voor veganisten geeft Tobias Leenaert het advies: wees als activist vooral pragmatisch.

Veganisten zijn drammerige, humorloze, moralistische, onbuigzame, compromisloze types die te pas en te onpas ‘vlees is moord’ roepen. Als dat het beeld is van mensen die geen dieren eten, dan wordt dat door Tobias Leenaert (1973) bevestigd én ontkracht in hetzelfde boek: Naar een vegan wereld.

Van vleeseten tot klimaatverandering - boekhandels liggen vol met activistische boeken van schrijvers, die oproepen tot protest en maatschappelijke verandering. In Boekenbijlage deze week: een rondgang langs de meest opvallende nieuw verschenen titels.

Veganisten, let op! Met veroordelen en bekeren red je geen dieren

Twitter en Facebook gaan ons niet redden

Voor een betere wereld moet je wel weten hoe je ervoor moet vechten

Helpt ‘intelligente sabotage’ het klimaat te redden?

De Vlaamse medeoprichter van ProVeg International, een organisatie die de consumptie van dieren wil verminderen, is veganist. Hij schreef dit boek dan ook voor veganisten. Maar dat is iets anders dan preken voor eigen parochie. Leenaert spreekt zijn activistische medestanders streng toe: stop met oordelen en bekeren, want daar red je geen dieren mee. Als je impact wilt hebben, kom je verder met pragmatisme dan met idealisme.

Het boek verscheen in 2017 in het Engels en is na negen vertalingen geactualiseerd en aangevuld voor de Nederlandse vertaling. Naar een vegan world is duidelijk niet bedoeld om veganisten in hun overtuiging te sterken, daar zijn ze zelf al heel goed in. Het leest eerder als een zelfhulpboek voor vegan activisten. Leenaert begrijpt de morele worsteling van veganisten als ze hun ethische argumenten moeten inslikken, en hij helpt ze om zich beter te voelen bij een effectiever soort activisme.

Leenaert eet al 25 jaar geen vlees, vis, eieren, melk of andere dierlijke producten, maar hij vraagt de ober niet welke ingrediënten er in zijn wijn zitten. Hij is realistisch genoeg om te weten dat de meeste mensen hem niet zullen volgen (1,4 procent van de Nederlanders noemt zich veganist). En dat je vleeseters niet moet overtuigen met verhalen over het onrecht dat dieren wordt aangedaan.

Hoe principieel de meeste veganisten naar anderen kijken, laat hij zien met een grafiek. De x-as is een schaal van één dag per week geen vlees tot veganist. Op de y-as staan redenen om geen vlees te eten: van ‘geen reden’ tot dierenleed. Op bijna alle kruispunten staan boze emoji’s, alleen de zuivere veganist die dieren eten moreel verwerpelijk vindt, verdient een smiley. Het is een ironische verbeelding van de veganist die maar één soort veganist tolereert: mensen die consequent het juiste doen om de juiste reden.

Misschien dat Leenaert, ondanks zijn humor en pragmatisme, er diep in zijn hart ook zo eentje is. Hij begint in elk geval met een ongelukkige metafoor. Bovenop de berg ligt Veganville, daar wonen de veganisten. Onderaan de berg wonen de vleeseters. De weg naar boven, van vleeseten naar veganisme, is zwaar en vol obstakels. Wat Leenaert wil zeggen is: we moeten mensen helpen op hun weg naar Veganville. Maar het beeld van die uitverkorenen op de top bevestigt voor de vleeseter eerder het vermoeden dat veganisten zich betere mensen voelen: zij zijn wél moreel ontwaakt, zij hebben wél de kracht en het uithoudingsvermogen om het goede te doen.

Voor zijn betoog maakt het niet zoveel uit of Leenaert zich superieur voelt boven vleeseters. Hij probeert niet het gelijk van veganisten te bewijzen. Sterker, hij laat aan de hand van uiteenlopend onderzoek zien hoe contraproductief het kan zijn als je het schuldgevoel, de angst (nooit meer lekker eten) en de woede van vleeseters aanwakkert.

Als oprichter van ProVeg weet hij dat het gebiedende ‘go vegan’ minder mensen over de streep trekt dan wanneer je lekkere groenterecepten en betaalbare vleesvervangers aanbiedt. Hij heeft geleerd van gedragspsychologen, van marketeers en van andere activistische bewegingen. Leenaert is duidelijk schatplichtig aan schrijvers als Matt Ball en Melanie Joy, die al eerder handboeken schreven waarmee dierenactivisten hun impact kunnen vergroten. Hij geeft dan ook royaal credits aan iedereen die hem heeft beïnvloed.

Leenaert weet dat de meeste veganisten (net als andere mensen) alleen maar luisteren om hun eigen antwoord te geven. Maar om mensen te bereiken, moet je oprecht geïnteresseerd zijn, vragen stellen, en je voortdurend realiseren: you are not your audience. Niet iedereen wordt veganist na het zien van horrorfilmpjes uit het slachthuis. Het is niet voor iedereen makkelijk om plantaardig te koken. En bijna niemand wordt in één klap veganist. Bij veel mensen komt eerst het gedrag en daarna pas de overtuiging, dus steun vleeseters bij elke stap die ze nemen om te minderen.

Niet aanmatigend zijn is, als je het zo leest, voor veganisten moeilijker dan nooit meer kaas eten. Leenaert helpt ze met tips als: geef toe dat je niet volmaakt bent en bedenk dat je ooit zelf ook een vleeseter was. ‘We moeten op kousenvoeten lopen’, schrijft Leenaert, om niet beschuldigender te klinken dan we bedoelen. We moeten de omnivoor op zijn gemak stellen.

Leenaert heeft maar één doel: meer dieren helpen. Met alle beschikbare middelen. Als mensen alleen voor hun gezondheid of het klimaat veganistisch willen eten? Prima. Als je met sojaburgers in tien gewone restaurants meer mensen bereikt dan met één volledig vegan restaurant: richt je dan daarop. Als grote vleesproducenten plantaardige worst gaan maken? Zie de kapitalist als je bondgenoot. Omarm de influencers die in jouw ogen nep-veganisten zijn, noem ze niet hypocriet en accepteer dat volledig consequent zijn onmogelijk is. Het bevrijden van dieren – een middel dat het Animal Liberation Front gerechtvaardigd vindt – hoort daar trouwens niet bij. Al was het maar omdat radicale acties de hele beweging in diskrediet brengen – niet zo effectief dus.

Hoever moet je als pragmaticus gaan in wat voor de idealist als verraad voelt? Het antwoord lijkt Leenaert pas na 182 pagina’s te durven geven: stel dat een omnivoor driemaal zoveel vlees gaat eten telkens als iemand veganist wordt, dan ‘zou ik in de verleiding komen om weer dierlijke producten te gaan eten omdat mijn veganisme meer leed zou veroorzaken’.

De Nederlandse vertaling van How to Create a Vegan World komt op een moment dat het ‘effectief altruïsme’ dat Leenaert voorstaat al een poosje gemeengoed is in de veganistische beweging. Op Twitter toetert een boze misantroop nog wel eens hoe walgelijk vleeseters zijn, maar de meeste beroepsveganisten zijn vriendelijke mensen die het V-woord zorgvuldig omzeilen en zachtaardige duwtjes naar een plantaardige leefstijl geven.

Misschien is deze geactualiseerde uitgave dan ook eerder interessant voor de vleeslobby dan voor veganisten. Niet alleen om te begrijpen hoe hun opponenten nu eigenlijk denken, maar ook om van hun aanpak te leren. De vleesvoorvechters mochten willen dat ze een Tobias Leenaert hadden.

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.