In de winter is niets zo fijn als even lekker opwarmen onder een dekentje op de bank met een kom warme soep op schoot. Het is een gezonde en relatief eenvoudige maaltijd, ideaal voor drukke werkdagen of luie weekenden. Nu kun je natuurlijk een zak kant-en-klare soep kopen, maar verse zelfgemaakte soep smaakt natuurlijk een stuk beter! En met deze tips maak je die hartverwarmende soep nóg lekkerder.

Soep is één van de oudste gerechten ooit en wordt over heel de wereld gegeten. En met deze tips til je je zelfgemaakte soep naar een hoger niveau!

Een goed begin is het halve werk. Als de basis van je soep goed is ben je al een heel eind op weg om een heerlijke maaltijd op tafel te zetten. Zo werken een gesnipperd uitje, een paar fijngesneden tenen knoflook en wat lekkere kruiden (zoals tijm, rozemarijn en basilicum) altijd goed in soep. Ook selderij en prei geven meteen veel smaak.

Een soep is hét perfecte gerecht om restjes eten in te verwerken om zo voedselverspilling tegen te gaan. Het grote voordeel van soep is namelijk dat het niet uitmaakt hoe de ingrediënten eruitzien. Overrijpe tomaten of courgettes die er wat minder vers uitzien kun je prima gebruiken! Het is bovendien zelfs zo dat overrijpe producten vaak nog meer smaak hebben.

Een van de belangrijkste onderdelen van soep? Groenten! Als je een gemixte soep maakt is het wel belangrijk om je te beperken tot twee à drie verschillende soorten groenten. Zo zorg je voor de meest uitgesproken smaak. Deze combinaties werken bijvoorbeeld erg goed:

Daarbij geven geroosterde groenten ook veel meer smaak aan je soep. Denk bijvoorbeeld aan zoete aardappelen, tomaten, pompoen en knolselderij. Bak deze eerst 30 minuten in de oven met lekkere specerijen en voeg ze daarna toe aan de soeppan. 

Als je voor een fluweelachtige soep wilt gaan kun je het best koolhydraatrijke groenten gebruiken, zoals aardappel, pastinaak en ook weer knolselderij. Je zou eventueel ook een eetlepel bloem toe kunnen voegen als je de groenten aan het fruiten bent.

Ten slotte creëer je de meest uitgesproken smaak door de groenten een paar minuten mee te bakken en daarna pas de bouillon toe te voegen.

Het is erg belangrijk dat je een soep nóóit laat koken. Op deze manier verliest hij namelijk zijn smaak. Laat de soep in plaats daarvan pruttelen op een zacht vuurtje.

Als je van een beetje spicy houdt kun je gerust wat rode peper toevoegen aan de soep.

Als je op zoek bent naar een stevige maaltijd is soep een goede keuze. Met deze ingrediënten maak je je soep extra vullend (en heb je dat broodje voor erbij eigenlijk niet meer nodig): rijst, linzen, kikkererwten, quinoa of vermicelli.

Nu je weet hoe essentieel het gebruik van groenten in soep is, kun je misschien ook eens out of de box denken en experimenteren met fruit! Verschillende fruitsoorten kunnen namelijk erg lekker en verrassend zijn in soep. Combineer bijvoorbeeld pompoensoep met appel of appelstroop, tomatensoep met aardbei, of amandelsoep met druiven. Ook zorgt sinaasappelsap voor een lekker frisse touch bij een zoete wortelsoep en is appel ideaal voor een herfstsoepje met pastinaak en knolselderij.

Voor een lekker volle soep met veel groente hoef je maar weinig water toe te voegen. Reken voor 500 gram groenten 1 liter water.

Beperk de mate van zuivel

Voeg per persoon maximaal 1 eetlepel room of kaas toe aan je soep. Als je hier meer van gebruikt gaat de smaak van alle groenten namelijk verloren en wordt je soep bovendien een stuk zuurder. Als je de soep wilt invriezen moet je sowieso geen zuivel toevoegen, want dan zal de soep gaan schiften. Aan de smaak zal niets veranderen, maar je soep zal er een stuk minder smakelijk uitzien... 

Niet te dun en niet te dik

Naast de smaak is ook de textuur van de soep belangrijk. Je wilt hem niet te waterig hebben, maar een te dikke soep is ook niet de bedoeling. Je wilt immers geen saus eten! Als je soep te dun uitvalt, kun je dit oplossen door wat aardappelzetmeel of maïzena toe te voegen of je kunt er een gekookt aardappeltje in mixen. Als je soep te dik is voeg je er simpelweg wat extra bouillon aan toe.

Soepen staan erom bekend om vrij zout te zijn. Dit komt omdat het water verdampt. Wacht daarom met het toevoegen van zout tot na het mixen. Als de soep uiteindelijk toch te zout uitvalt kun je iets zoets toevoegen, zoals een klein snufje suiker. Je kunt de soep ook opnieuw aanlengen met water.

Een zure soep is een stuk minder lekker. Zet de soep daarom meteen na het koken in de koelkast! Een soep die te traag afkoelt zal namelijk sneller zuur worden. Let op: dit is niet het geval bij tomatensoep.

Niet alle soepen zijn even geschikt om lang te bewaren. Als er eiwitten inzitten is dit bijvoorbeeld minder lang. In de koelkast kun je de meeste soepen 4 tot 6 dagen bewaren. Invriezen doe je het best in kleine porties op een minimumtemperatuur van -18°C.

Als de soep klaar is en je deze in kommen hebt geschept, is het natuurlijk leuk (maar ook lekker) om het zo mooi mogelijk te presenteren. Zo kun je bijvoorbeeld een schepje crème fraîche, een scheutje room, wat verse bieslook of basilicum, wat ringetjes bosui of geraspte parmezaanse kaas toevoegen als finishing touch.

Altijd weten wat er speelt? Download de gratis RTL Nieuws-app en blijf op de hoogte.